2.2 Weten wat werkt

Hoe kun je als leraar, vanuit een heldere onderwijsvisie en kennis van didactische strategieën, bij elke leersituatie weten welke ict-toepassing het meest geschikt is? Belangrijk bij het effectief inzetten van ict, is het vinden van de juiste mix in elke leersituatie passend bij de context” (Schouwenburg, 2017).

Theorie-suggesties

Propedeutische fase

2.2.1 De leerkracht toont aan dat hij presentaties/instructies kan ondersteunen door gebruik te maken van verschillende software en hardware.
2.2.2 De leerkracht toont aan digitale leermiddelen te kunnen laten aansluiten op de betreffende doelgroep.

Hoofdfase

2.2.3 De leerkracht toont aan ICT betekenisvol en efficiënt te kunnen inzetten en rekening te kunnen houden met de grootte en de diversiteit van een groep leerlingen.
2.2.4 De leerkracht toont aan dat hij de synchrone- en asynchrone samenwerking en communicatie tussen leerlingen en leerkracht op een gepaste manier faciliteert door gebruik te maken van ICT.
2.2.5 De leerkracht toont aan kennis te hebben van kwaliteitscriteria van digitaal leermateriaal in gebruik, interactie en leereffect en ICT-toepassingen hierop te analyseren.

2.2.1 De leerkracht toont aan dat hij presentaties/instructies kan ondersteunen door gebruik te maken van verschillende software en hardware.

Ontwikkel interactieve lessen met behulp van quiztools, video’s etc.
Maak slides ter ondersteuning van je instructies en toon deze via het digibord via de site, app of casting vanaf een andere device.
Te gebruiken voor interactieve lessen. Zowel via de browser als de app te gebruiken.
Web-based tool voor het ontwikkelen van presentaties.
Te gebruiken voor interactieve lessen. Zowel via de browser als de app te gebruiken.
Verander je instructie of les in een game met behulp van een foto of een gps-kaart. Zowel online als offline te gebruiken, web-based.

2.2.2 De leerkracht toont aan digitale leermiddelen te kunnen laten aansluiten op de betreffende doelgroep.
2.2.3 De leerkracht toont aan ICT betekenisvol en efficiënt te kunnen inzetten en rekening te kunnen houden met de grootte en de diversiteit van een groep leerlingen.
2.2.4 De leerkracht toont aan dat hij de synchrone- en asynchrone samenwerking en communicatie tussen leerlingen en leerkracht op een gepaste manier faciliteert door gebruik te maken van ICT.

Flipping the classroom
Een term die de laatste jaren steeds vaker gebruikt wordt binnen het onderwijs is ‘flipping the classroom’, een concept dat bedacht is door Aaron Sams.  Hierbij krijgen de leerlingen voor de les aan uitleg en instructie en wordt de lestijd benut om te oefenen, te discussiëren of om op een andere manier de stof te verwerken. Vaak wordt er bij een ‘geflipte’ les gebruik gemaakt van video-instructies. In bovenstaande video legt Aaron Sams hier meer over uit. 

Jackie Gerstein heeft  ook een model bij het concept ontwikkeld (2011).  Dit kan je meer houvast geven bij het ontwikkelen van een dergelijk les (Kennisnet, 2020).

2.2.5 De leerkracht toont aan kennis te hebben van kwaliteitscriteria van digitaal leermateriaal in gebruik, interactie en leereffect en ICT-toepassingen hierop te analyseren.

Het is niet alleen belangrijk dat je kijkt naar de werking van je tool of ander digitaal leermateriaal, maar ook naar de kwaliteit en de relatie van de tool met jouw leerlingen. Met behulp van de checklist van CLU kun je de kwaliteit van de leermaterialen checken.

Het SAMR-model helpt je om na te denken over de inzet van ICT bij je lessen en de zin en/of effectiviteit daarvan.